Verwondering
Verwondering is een belangrijk begrip voor Willem. Het stimuleert hem, zet hem aan tot vragen, over hoe prachtig God de wereld gemaakt heeft. Dat probeert hij te doorvoelen. Om (nieuwe) kanten van een landschap te ontdekken, gaat Willem met dat landschappen in gesprek. Er ontstaat een dialoog. Zo ontdekt hij het landschap en zijn Maker.
Hoe gaat dat in zijn werk? Door intens te kijken en dan vervolgens vragen te stellen: landschap, waarom ben je zoals je bent, hoe komt het dat je zo mooi bent, hoe lopen die compositielijnen zo spannend door jou heen, hoeveel

Agnus Dei, 2010

schakeringen groen laat je me zien,  en hoe veelvormig ben je  ..... ga zo maar door. En dan te luisteren naar de antwoorden die het landschap geeft. Een dialoog dus.
Doe je dat ook met niet zo mooie, wellicht verstoorde landschappen? Ja, want die landschappen hebben weer andere-, een soort profetische kwaliteiten. Ze klagen aan, laten zien hoe de mens het landschap beschadigt en misbruikt. In deze galerie hangen collages als voorbeelden van zulke aanklachten .

Schoonheid
Het verwijzen naar schoonheid blijft voor Willem een opdracht aan de kunst. Dat is niet vanzelfsprekend (meer). In veel moderne kunst zie je juist een fascinatie voor beschadiging, helaas. Schoonheid wordt door ons al heel snel  als kitsch ervaren.  In de hedendaagse kunst ontbreekt het  vermogen om schoonheid geloofwaardig weer te geven. Kijk bijvoorbeeld naar het werk van Marlene Dumas.
Is dat omdat we God als de Schepper van schoonheid niet meer kunnen herkennen? Het heeft zeker religieuze wortels. Willem wil niet prekerig overkomen, maar vindt het wel een goede metafoor: aan de vruchten kent men de boom! Je kunt aan de kunstuitingen proeven in welke geestelijke wereld de kunstenaar geworteld is.



Kerk en kunst
De kerk is belangrijk voor Willem, maar helaas heeft zij het belang van kunst lang onderschat, vindt hij. RK-kerken hebben veel belangstelling voor kunst, maar ze is nu wel erg conservatief geworden. Daar staat tegenover dat protestantse kerken  vanaf de beeldenstorm een gat hebben laten vallen door het domein van de kunst over te laten aan de heidenen. Kerken zijn van nature zo ontzettend behoudend, alsof de vorm de inhoud garandeert. Het vasthouden aan het orgel als hèt enige kerkelijk muziekinstrument dat toegestaan is, is daar een voorbeeld van. Dat sluit niet meer aan bij de huidige muziek cultuur, nergens zie je een pijp-orgel, alleen in een kerk: een soort museumfunctie dus.
Kerken hebben het verleerd om via eigentijdse beeldende kunst de boodschap van het evangelie te communiceren, terwijl beelden krachtig kunnen spreken. Jezus' gelijkenissen staan vol van sterke beelden. Ik zou dus kunnen beweren dat hij een ‘beeldend kunstenaar’ is!

Recent onderzoek heeft uitgewezen dat 60% van de Nederlanders beelddenkers zijn. Als kunst een taal is (zoals kunstfilosofe Suzanne Langer beweert), zou God die grote groep dan niet aan willen spreken via die beeld-taal? Een prachtige uitspraak van de 19de-eeuwse danseres Yvette Guilbert is: ‘als ik het kon zeggen, hoefde ik niet te dansen’. Gaaf: er zijn heel veel dingen waar we eigenlijk geen woorden voor hebben, maar kunst is in staat die zonder woorden te communiceren. We leven meer en meer in een beeld-cultuur. Laten we als kerk het ‘Sola Scriptura’ vervangen door ‘en-en’ door in twee talen te spreken.

En beelden kunnen troost geven, net als muziek. Geldt dat ook voor abstracte kunst? Ja, maar abstracte kunst is wel een ingewikkelde beeldtaal die niet iedereen verstaat, hoewel iemand als Rothko wel veel mensen heeft geraakt. Ik heb daarbij ook wel mijn bedenkingen: door hem en door vele anderen (zoals Joost Zwagerman) lijkt kunst bijna tot religie verheven te worden. De kunstenaar is dan een soort priester.
Kerken zullen volgens mij moeten onderkennen dat veel beeldtaal een religieuze lading heeft. Zij moeten daar niet op reageren door kunst uit te bannen, maar door kunst te betrekken bij de verkondiging en haar op die manier te ‘heiligen’.

doelgroepen, thema's en gesprek
Willem heeft geen doelgroepen in gedachten als hij kunst maakt. Wel universeel menselijke thema’s. Daarbij gaat het om de communicatie met mensen, mensen van nu. Met hen wil hij in gesprek en soms lukt dat. Daarbij komt dat de weerzin tegen kerk en religie er bij de jonge generatie niet meer is, merkt Willem. De groep die zich met kracht heeft afgezet tegen de als benauwend ervaren kerkelijke tradities is aan het uitsterven. Dat geeft nieuwe mogelijkheden om met de seculiere generatie in gesprek te komen.

De thema's die hij zoekt voor dit gesprek zijn tijdloos: relatie, liefde, intimiteit, zinloosheid, eenzaamheid.... en deze thema's zijn religieus geladen. “Volgens mij is alle kunst oorspronkelijk religieus geladen. In de prehistorische grotten ging het om godsdienst, niet maar om leuke wanddecoraties of ‘kunst om de kunst’. Kijk ook naar de (Afrikaanse) maskers en hun dansen.... De combi religiositeit en kunst kom je steeds weer tegen. Zelfs in het werk van een seculiere, moderne kunstenaar als Picasso. In zijn werk de "Demoiselles d'Avignon" heeft hij de rationaliteit volledig opzij gezet om tot de magische kracht van de seksualiteit door te dringen.  De naakte vrouwen staan als vruchtbaarheidsgodinnen in het beeld en ze provoceren de kunstenaar (en tegelijk mij als kijker). Welkom in de seculiere twintigste eeuw!

En wat is tot nu toe de reactie van de kerk geweest? Die schudt het hoofd over zoveel zondigheid en  sluit de kerkdeuren om in een steriele ruimte haar wereldvreemde subcultuur te conserveren. Nou ja, ik zet het wel heel zwaar aan, sorry, een uiting van mijn frustratie. Juist omdat ik mij volledig deel voel van die kerk raakt het me zo.

Hoe houd je rekening met "het publiek"?
Kunst is lang niet altijd gemakkelijk toegankelijk, ze spreekt een taal die je moet leren spreken. Dat levert voor mij als maker in zekere zin een spanningsveld op. Enerzijds heeft een beeld een innerlijke noodzakelijkheid en moet het ontstaan zoals het ontstaat, ongeacht wat het publiek er van vindt of begrijpt. Anderzijds wil je graag dat het voor de toeschouwer relevant en toegankelijk is. En, ja- een praktisch puntje-  de schoorsteen moet ook roken, dus er moet wel eens wat verkocht worden.
Nou ja, ik doe er maar niet te moeilijk over. Niet alles is voor alle doelgroepen passend. Maar voor velen is er genoeg te beleven. Waar nodig kun je het toelichten, maar dat kan de desbetreffende kunstuiting ook plat- slaan. Kunst mag voor zichzelf spreken, maar een kleine toelichting kan het wel toegankelijker maken.

Agnus Deï
Willem Zijlstra heeft bekendheid gekregen met zijn project  Agnus Deï. "Ik probeer graag verstofte thema's  op scherp te zetten", schrijft Willem op zijn website. Is dat gelukt met Agnus Deï?


Het altaarstuk brengt de weerloosheid van Jezus in
beeld. Wat dit altaarstuk uitbeeldt is ook voor de

moderne mens verstaanbaar. Het blijkt uit heel veel reacties dat een grote groep mensen erdoor geraakt wordt. De kijker realiseert zich dat het op hemzelf betrekking heeft: onschuld, weerloosheid, slachtoffer zijn……  En daarbij het besef dat de beschaafde mens – en ik dus ook- tot alles in staat is: we lezen het dagelijks in onze kranten.

Het bloed dat aan de deurposten op het wad aangebracht is, was het bloed van dat lam. Ik heb het anderhalf jaar bewaard voor deze performance. Was dat belangrijk? Absoluut: de uitbeelding zou met ander bloed toch niet hetzelfde zijn?!

Heeft het iets liturgisch of ritueels?
Ja, dat is heel essentieel, vindt Willem. Door te verwijzen naar het oerverhaal in Exodus maar te laten plaatsvinden op het Wad, plaats je die bevrijding in het hier en nu. En omdat we als Christenen in dit bloed het offer van Jezus herkennen wordt het ‘door die deur gaan’ een sterke persoonlijke beleving: je maakt het aan den lijve mee.
Na een lezing over dit project kwam een grote kerel naar me toe en vroeg heel verlegen: “mag ik door dit kozijn heen stappen? Ik ben twee maanden geleden tot geloof gekomen en het zou zo’n mooie bevestiging zijn.” Natuurlijk mocht hij dat en het was een feest daar bij te mogen zijn.
Het is prachtig dat het altaarstuk Agnus Dei en de kozijnen regelmatig door kerken gehuurd worden, en dan is het in combinatie met een avondmaalsviering voor mij ultiem. Zó zou kunst weer in de kerk moeten functioneren: geloofsbeleving met open oren, open ogen en open hart.